Wisent: grazer van halfopen bos

De wisent is het neefje van de Amerikaanse bison en een verre verwant van ons huisrund. In vergelijking met onze huisrunderen hebben ze een veel slankere bouw, een hoge rug, korte, naar boven gekromde horens en een vrij egale kastanjebruine vacht. In de schaduw van een volwassen bos zijn ze dan ook moeilijk te ontdekken. Wisenten zijn goed aangepast aan een leven in een bosrijke omgeving, maar hebben naast bos ook grasland en struweel nodig voor voedsel. Met hun slanke bouw en hun korte, naar binnen gekromde horens, kunnen ze ook gemakkelijk door struikgewas en dicht jong bos bewegen.

Uit onderzoek in het Kraansvlak is duidelijk geworden dat wisenten in een Nederlandse context helemaal niet de typische bosdieren zijn waarvoor ze in de literatuur worden aanzien. Wellicht omdat wisenten hun laatste toevluchtsoord hadden in het Poolse oerbos Bialowieza, worden ze steevast geassocieerd met bossen, maar in het Kraansvlak houden ze zich vooral in open gebieden op. Ze grazen in open duinvalleitjes, nemen graag een zandbad in de open vlakte en lopen zonder schroom het duinmeer in.

In de zomer hebben wisenten een korte gladharige zomervacht. Tegen de winter worden de haren langer en ruiger en groeit er een fijne ondervacht tussen. Ook komt er een baard aan de keel, hals en kin en een brede haardos bij het achterhoofd. De hoge rug van wisenten wordt door verlengde botten van de borstwervels gevormd. Bij koeien zijn de horens korter, smaller en minder sterk aan de basis dan bij stieren. Stieren worden meestal 900 kg zwaar en circa 2m hoog, maar kunnen incidenteel tot 1100 kg zwaar worden. Koeien wegen 350 tot 600 kg en worden tot 1m75 hoog.

Nieuws

Eerste wisentseminar krijgt vervolg
20 november 2014

Deze week vond een succesvol wisentseminar plaats georganiseerd door PWN voor collega-natuurbeheerders. De positieve bijeenkomst krijgt een vervolg!
Lees meer...

De donkerbruine vacht en slanke, hoge bouw valt niet op tussen de donkere stammen in het bos.

Ze vallen ook gemakkelijk weg tegen schaduwen op de achtergrond.

Toch leven ze niet alleen in het bos, maar zijn ook vaak in de meer open gebieden te vinden.

Maar als ze de donkere dennenbossen inlopen, zijn ze vrijwel meteen 'verdwenen'.

In open bos vinden ze niet alleen het gras dat ze graag eten, maar ook eikels.